Eerste blad   Vorig blad Blad 122 van 627 bladen.Schema bron   Volgend blad   Laatste blad


510    Pieter (Pieter) Cornelisz LAAN [1622] (code: 2^08+254).
Geb. op 22-08-1768 te Overleek (bron: DTB Monnickendam inv nr 17). bron, ged. (doopsgezind) op 29-03-1789 te Monnickendam (bron: DTB Monnickendam inv nr 17). bron.
Overl. op 04-04-1805 te Middelie op 36-jarige leeftijd (bron: DTB Middelie inv nr 10 + 11b). bron bron bron bron, begr. op 10-04-1805 te Middelie (bron: DTB Middelie inv nr 8). bron bron.
Zn. van Cornelis (Cornelis) Jansz LAAN [2462] (code: 2^09+508) (zie 1020) en Trijntje (Trijntje) Pieters de GEUS [2463] (code: 2^09+509) (zie 1021).
- 22-05-1803 diaken.
Otr. [529] ? te ? Tr. op 26-jarige leeftijd op 13-06-1795 te Monnickendam (bron: DTB Monnickendam inv nr 28). bron, tr. kerk ? te ?
511    Aaltje (Aaltje) Klaas HOOIJBERG [1623] (code: 2^08+255).
Geb. op 23-10-1757 te Middelie (bron: DTB Middelie inv nr 10). bron bron, ged. (doopsgezind) op 21-03-1779 te Middelie (bron: DTB Middelie inv nr 11b). bron.
Overl. op 27-06-1821 te Middelie op 63-jarige leeftijd (bron: BS Middelie + DTB Middelie inv nr 10 + 11b). bron bron bron bron bron bron, begr. op 02-07-1821 te Middelie (bron: DTB Middelie inv nr 8). bron.
Dr. van Klaas (Klaas) Jansz HOOIJBERG [2464] (code: 2^09+510) (zie 1022) en Neeltje (Neeltje) Jans HARTOG [2465] (code: 2^09+511) (zie 1023).
- op 04-06-1795 overeenkomst tussen Aaltje Hooijberg van Middelie en de voogden Dirk Stijns en Cornelis Hooijberg over de uitkoop van de erfenis van wijlen haar man Cornelis Pietersz Stijns. Genoemd worden de nagelaten minderjarige kinderen Pieter en Neeltje Stijns. Dit volgens ORA Edam inv nr 4005 (bron: ?)
- Op 21-04-1796 laten de voogden over de minderjarige kinderen van Cornelis Pietersz Stijns, zijnde Pieter en Neeltje Cornelis Stijns, een huis in Middelie en land onder Middelie en Kwadijk registreren. Deze voogden zijn Dirk Stijns, Cornelis Hooijberg en Dirk Bark. Dit volgens scheiding 07-04-1796 voor notaris Pieter Kerk. Onder de voogden berust nog een vrij groot aantal obligaties. Dit volgens ORA Edam inv nr 4005 (bron: ?).

Otr. (1) [604] op 12-02-1779 te Edam (bron: DTB Edam inv nr 46). bron, tr. op 21-jarige leeftijd op 28-02-1779 te Edam (bron: DTB Edam inv nr 39 + DTB Middelie inv nr 11a). bron bron, tr. kerk ? te ?
Echtgenoot is Cornelis (Cornelis) Pietersz STIJNS [1818].
Geb. ±1751 te ? (bron: ?), ged. (doopsgezind) op 03-02-1771 te Middelie (bron: DTB Middelie inv nr 11b). bron Overl. op 13-04-1794 te Middelie (bron: DTB Middelie inv nr 10 + 11b). bron bron, begr. op 13-04-1794 te Middelie (bron: DTB Middelie inv nr 8). bron bron Zn. van Pieter (Pieter) Dirksz STIJNS [2605] (code: 2^10+0580) (zie 2004) en Lijsbeth Dirks JANSES [2606] (code: 2^10+0581) (zie 2005).
Otr. (2) [529] ? te ? Tr. op 37-jarige leeftijd op 13-06-1795 te Monnickendam (bron: DTB Monnickendam inv nr 28). bron, tr. kerk ? te ?
Echtgenoot is Pieter (Pieter) Cornelisz LAAN [1622] (code: 2^08+254), 26 jaar oud (zie 510).
Uit het eerste huwelijk:
   1. m  Pieter (Pieter) Cornelisz STIJNS [14641].
Geb. op 13-09-1782 te Middelie (bron: DTB Middelie inv nr 10 + Register Civique Hoorn 15-591). bron bron, ged. (doopsgezind) op 28-02-1802 te Middelie (bron: DTB Middelie inv nr 11). bron Overl. op 16-06-1859 te Middelie op 76-jarige leeftijd (bron: BS Middelie). bron, begr. ? te ?
- op 21-04-1803 Pieter Stijns, getrouwd, ontvangt met consent van de voogden Cornelis Hooijberg en Dirk Stijns de helft van de goederen. De verdeling is geregeld op 21-04-1796. Dit uit de nalatenschap van zijn vader wijlen Cornelis Pietersz Stijns en zijn moeder Aaltje Hooijberg. Dit volgens ORA Edam inv nr 4005 (bron: ?).
Otr. [7421] op 26-03-1803 te Middelie (bron: DTB Edam inv nr 48a). bron bron, tr. ±04-1803 te ? (bron: ?).
Echtgenote is Lijsbet (Lijsbet) Jans LAAN [13829].
Geb. ±1778 te Middelie (bron: ?), ged. (doopsgezind) op 25-02-1798 te Middelie (bron: DTB Middelie inv nr 11b). bron.
Overl. op 07-01-1851 te Middelie (bron: BS Middelie). bron.
Dr. van Jan (Jan) Jansz LAAN [24681] en Geertje (Geertje) Simons van BRUGGE [24682].
Woonplaatsen na hun huwelijk:
- Op __-__-____ Middelie - 25, 27 (bron: Bevolkingsregister Middelie 1850-1862 inv nr 1) bron

   2. v  Neeltje (Neeltje) Cornelis STIJNS [14642].
Geb. op 17-08-1792 te Middelie (bron: DTB Middelie inv nr 5, 10 en 12). bron bron bron bron, ged. (doopsgezind) op 28-02-1813 te Middelie (bron: DTB Middelie inv nr 11). bron Overl. op 15-11-1873 te Middelie op 81-jarige leeftijd (bron: BS Middelie). bron, begr. ? te ?
- op 05-05-1803 laten haar voogden ten behoeve van Neeltje Stijns twee aangekochte obligaties registreren. Die worden 07-06-1804 omgezet in een nationale schuldbrief en op 22-07-1809 overgebracht naar de post van 21-04-1796 en daar tesamen geconverteerd op het grootboek. Dit volgens ORA Edam inv nr 4005 (bron: ?)
- Op 06-05-1813 ontvangt Neeltje Cornelis Stijns met consent van haar gewezen voogden en haar man Pieter Cornelisz Hagenhoek haar goederen. Dit volgens ORA Edam inv nr 4005 (bron: ?).

Otr. (1) [5644] op 27-03-1813 te Middelie (bron: BS Middelie). bron, tr. op 20-jarige leeftijd op 11-04-1813 te Middelie (bron: BS Middelie). bron, tr. kerk ? te ?
Echtgenoot is Pieter (Pieter) Cornelisz HAGENHOEK [18444], 25 jaar oud.
Geb. op 29-01-1788 te Middelie (bron: DTB Middelie inv nr 5 en 10 + Register Civique Hoorn 15-591). bron bron bron, ged. (doopsgezind) 02-1808 te Middelie (bron: DTB Middelie inv nr 11). bron Overl. op 21-08-1828 te Middelie op 40-jarige leeftijd (bron: BS Middelie + DTB Middelie inv nr 11). bron bron bron bron, begr. ? te ?
Zn. van Cornelis (Cornelis) Albertsz HAGENHOEK [14667] en Grietje (Grietje) Pieters DRAAK [14670].
bron.
Otr. (2) [7419] op 16-08-1829 te Middelie (bron: BS Middelie). bron, tr. op 37-jarige leeftijd op 30-08-1829 te Middelie (bron: BS Middelie). bron bron, tr. kerk ? te ?
Echtgenoot is Klaas (Klaas) Pietersz BAKKER [24675], 37 jaar oud, visser.
Geb. op 29-07-1792 te Landsmeer (bron: ?). bron bron, ged. (NG) op 29-07-1792 te Landsmeer (bron: DTB Landsmeer inv nr 2). bron.
Overl. op 06-02-1878 te Middelie op 85-jarige leeftijd (bron: BS Middelie). bron, begr. ? te ?
Zn. van Pieter (Pieter) Adriaansz BAKKER [24676] en Pilke (Pilke) Alberts HAGE [24677].
Klaas Pietersz Bakker was weduwnaar:
Otr.[7420] op 19-02-1815 te Ilpendam / Landsmeer (bron: BS Ilpendam / Landsmeer) bron bron, tr. op 02-04-1815 te Ilpendam (bron: BS Ilpendam) bron bron , tr.kerk op ? te ?,
met Trijntje (Trijntje) ROOT [24678]
geb. op 18-09-1790 te den Ilp (bron: ?) bron , ged. op ? te ?,
overl. op 18-02-1829 te Landsmeer (bron: BS Landsmeer) bron bron, begr. op ? te ?,
dr. van Simon (Simon) Cornelisz ROOD [24679] en Maartje (Maartje) Pieters MEESTER [24680].

Woonplaatsen na hun huwelijk:
- Op __-__-____ Middelie - 39, 42, 40, 25 (bron: Bevolkingsregister Middelie 1850-1862 inv nr 1 + 1862-1892 inv nr 2) bron bron

Uit het tweede huwelijk:
   3. v  Trijntje (Trijntje) Pieters LAAN [1539] (code: 2^07+127), geb. op 11-01-1796 te Middelie (zie 255).
   4. v  Maartje (Maartje) Pieters LAAN [14639].
Geb. op 22-03-1797 te Middelie (bron: DTB Middelie inv nr 5, 10 en 12). bron bron bron bron, ged. (doopsgezind) op 23-02-1817 te Middelie (bron: DTB Middelie inv nr 11). bron Overl. op 12-03-1876 te Middelie op 78-jarige leeftijd (bron: BS Middelie). bron, begr. ? te ?
Otr. [7418] op 11-04-1818 te Middelie (bron: BS Middelie). bron, tr. op 21-jarige leeftijd op 26-04-1818 te Middelie (bron: BS Middelie). bron bron, tr. kerk ? te ?
Echtgenoot is Jan (Jan) Jansz BIJL [24672].
Geb. ±08-1782 te Oosthuizen (bron: ?), ged. (NG) op 18-08-1782 te Oosthuizen (bron: Dtb Oosthuizen inv nr 2). bron bron.
Overl. op 14-01-1859 te Middelie (bron: BS Middelie). bron, begr. ? te ?
Zn. van Jan (Jan) BIJL [24673] en Dieuwertje (Dieuwertje) KORN [24674].
Woonplaatsen na hun huwelijk:
- Op __-__-____ Middelie (bron: bevolkingsregister Middelie 1850-1862 inv nr 1 + 1862-1892 inv nr 2) bron bron.

   5. v  Antje (Antje) Pieters LAAN [14640].
Geb. op 08-07-1801 te Middelie (bron: DTB Middelie inv nr 5, 10 en 12). bron bron bron, ged. ? te ?
Overl. ±04-1803 te Middelie (bron: DTB Edam inv nr 46d + DTB Middelie inv nr 10), aangifte op 26-04-1803 bron bron, begr. op 26-04-1803 te Middelie (bron: DTB Middelie inv nr 8 + DTB Edam inv nr 46). bron

Generatie X

 
512    Albert (Albert) Jansz OOIJEVAAR [9] (code: 2^09+000), watermolenaar.
Geb. ±1690 te ? (bron: ?), ged. ? te ?
Overl. ± 08-1761 te Lambertschaag (bron: DTB Abbekerk inv nr 7). Aangegeven op 12-08-1761 door zijn zoon Dirk Albertsz Ooijevaar. bron, begr. op 11-08-1761 te Abbekerk (bron: DTB Abbekerk inv nr 18). bron.
Zn. van Jan (Jan) Jansz OOIJEVAAR [1] (code: 2^10+0000) (zie 1024) en ? (?) ? [1027] (code: 2^10+0001) (zie 1025).
- Op 29-04-1716 betaalt Albert Ooijevaar voor 7:0:0 voor de Sijbekarspelse Waardijk leven. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-555 fol 46) bron
- In 1718 verdrinkt de molenaarszoon Dirk Albertsz Ouwevaar in de molen Kolk te Lambertschaag (bron: ?)
- Op 05-04-1719 wordt Jan Jansz Ooijevaar zijn zoon Albert Jansz Ooijevaar aangesteld als molenaar. Deze moet wel beloven zijn vader onderdak te verlenen in de molen. (bron: Ambacht vier noorder kogge inv nr 1558-26 oud 355) transcriptie
- Op 02-05-1719 betaalt Albert Oijevaar voor de pacht van het hoofd nevens de Sijbekarspelse Waardijk. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-555 fol 77) bron
- Op 06-05-1720 betaalt Albert Oijevaar voor de pacht van het de Dieringersloot van Lambertschaag tot de Weere toe voor 10:-. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-555 fol 88) bron
- Op 08-05-1721 betaalt Albert Ooijevaar voor 20:0:0 voor de pacht van de Hoogwouderwaal of Koppershornerkolk , 10,- voor de pacht van der Dieringersloot van Lambertschaag tot de Weere toe en 1 voor het hoofd nevens de Sijbekarspelse Waardijk. Tevens staat hij borg voor Jan Oostwoud . Jan Sijm staat borg voor Albert bij de pacht voor de Dieringersloot (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-555 fol 99) bron
- Op 14-05-1721 vermeld met als aangrenzende bewoner (bron: ORA Archief Abbekerk inv nr 5436 fol 11) bron
- Op 27-04-1722 betaalt Albert Ooijevaar voor 20:0:0 voor de pacht van de Hoogwouderwaal of Koppershornerkolk , 10,- voor de pacht van der Dieringersloot van Lambertschaag tot de Weere toe en 7 voor de Et of Zweetsloot ten westen van Opperdoes. Tevens staat hij borg voor Jan Oostwoud . Jan Sijm staat borg voor Albert bij de pacht voor de Dieringersloot (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-555 fol 99) bron
- Op 27-05-1722 is geconstateerd dat de as windpeluw en van de watermolen van Ooijevaar moet worden vervangen (bron: Ambacht vier noorder kogge inv nr 1558-26 oud 355) transcriptie
- Op 23-04-1723 betaalt Albert Ooijevaar voor 20:0:0 voor de pacht van de Hoogwouderwaal of Koppershornerkolk, 0:3 voor de pacht van de Duikersloot van Twiskerhorn tot de Heerenweg, 0,8 voor de pacht van der Dieringersloot van Lambertschaag tot de Weere toe en 19 voor het hoofd nevens de Sijbekarspelse Waardijk. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-555 fol 119) bron
- Op 27-04-1724 betaalt Albert Ooijevaar voor 20:0:0 voor de pacht van de Hoogwouderwaal of Koppershornerkolk en samen met Jan Zijm 0:4 voor de pacht van de Dieringersloot van Lambertschaag tot de Weere toe. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-555 fol 126) bron
- Op 28-04-1724 is geconstateerd dat het scheprad van de watermolen van Ooijevaar moet worden vervangen (bron: Ambacht vier noorder kogge inv nr 1558-26 oud 355) transcriptie
- Op 03-01-1725 openbare verkoping van de ervan van Zijbrand Jansz Mans. Hierin koopt Jan Dirksz Sijm van Lambertschaag een huis, Erf en boomgaart. Albert Jansz Ooijevaar uit de watermolen beoosten Lambertschaag staat samen met Willem Dirksz uit Lamberschaag borg (bron: NOT Abbekerk inv nr 134 fol 28). transcriptie
- Op 23-04-1725 betaalt Albert Ooijevaar voor 20:0:0 voor de pacht van de Hoogwouderwaal of Koppershornerkolk, 0:8 voor de pacht van de Dieringersloot van Lambertschaag tot de Weere toe en 2 voor het nieuwe hooft ten oosten van de hoogwouder waal. Tevens staat hij borg voor Jan Oostwoud. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-555 fol 126) bron
- Op 04-05-1726 betaalt [Albert Ooijevaar] voor 20:0:0 voor de pacht van de Hoogwouderwaal of Koppershornerkolk en 2:0 voor de pacht van het nieuwe hooft ten oosten van de hoogwouder waal. Tevens staat hij borg voor Jan Oostwoud. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-555 fol 126) bron
- Op 26-04-1727 betaalt Albert Ooijevaar voor 20:0:0 voor de pacht van de Hoogwouderwaal of Koppershornerkolk en 2:0 voor de pacht van het nieuwe hooft ten oosten van de hoogwouder waal. Tevens staat hij borg voor Jan Oostwoud. Simon Pietersz Bouma staat borg voor Albert bij de pacht van de Koppershornerkolk (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-555 fol 126) bron
- Op 24-04-1728 betaalt Albert Ooijevaar voor 25:0:0 voor de pacht van de Hoogwouderwaal of Koppershornerkolk en 2:- voor de pacht van het nieuwe hooft ten oosten van de hoogwouder waal. Tevens staat hij borg voor Jan Oostwoud. Jan Oostwoud en Simon Pietersz staan borg voor Albert bij de pacht van de Koppershornerkolk (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-555 fol 126) bron
- Op 06-05-1729 is geconstateerd dat er aan de watermolen van Albert Ooijevaar wat riet en wat schoeiwerk moet worden vervangen (bron: Ambacht vier noorder kogge inv nr 1558-26 oud 355) transcriptie
- Op 10-05-1729 betaalt Albert Ooijevaar voor 25:0:0 voor de pacht van de Hoogwouderwaal of Koppershornerkolk. Tevens staat hij borg voor Jan Oostwoud. Jan Oostwoud en Simon Pietersz staan borg voor Albert bij de pacht van de Koppershornerkolk (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-555 fol 126) bron
- In 05-1730 betaalt Albert Ooijevaar voor 25:0:0 voor de pacht van de Hoogwouderwaal of Koppershornerkolk en 2:- voor de pacht van het nieuwe hooft [ten oosten van de hoogwouder waal]. Tevens staat hij borg voor Jan Oostwoud. Jan Oostwoud en Simon Pietersz staan borg voor Albert bij de pacht van de Koppershornerkolk (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-555 fol 126) bron
- Op 05-04-1731 blijkt dat de molen kap van Albert Jansz Ooijevaar zijn watermolen moet worden vernieuwd (bron: Ambacht vier noorder kogge inv nr 1558-26 oud 355) transcriptie
- Op 04-05-1731 betaalt Albert Ooijevaar voor 25:0:0 voor de pacht van de Hoogwouderwaal of Koppershornerkolk en 2:- voor de pacht van het nieuwe hooft [ten oosten van de hoogwouder waal].. Tevens staat hij borg voor Jan Oostwoud. Jan Oostwoud en Simon Pietersz staan borg voor Albert bij de pacht van de Koppershornerkolk (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-555 fol 177) bron
- Op 25-05-1732 betaalt Albert Ooijevaar voor 25:0:0 voor de pacht van de Hoogwouderwaal of Koppershornerkolk en 2:- voor de pacht van het nieuwe hooft [ten oosten van de hoogwouder waal]. Tevens staat hij borg voor Jan Oostwoud. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-555 fol 187) bron
- Op 09-05-1733 blijkt dat de schoeiing bij de molen van Albert Jansz Ooijevaar moet worden gerepareerd (bron: Ambacht vier noorder kogge inv nr 1558-26 oud 355) transcriptie
- Op 12-05-1733 betaalt Albert Ooijevaar voor 25:0:0 voor de pacht van de Hoogwouderwaal of Koppershornersluis met kolk . Tevens staat hij borg voor Jan Oostwoud. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-555 fol 195) bron
- In 1734 betaalt Albert Ooijevaar voor 8:0 voor de pacht van de Hoogwouderwaal of Koppershornersluis en nog 6 voor de hoofden naast deze waal. Tevens staat hij borg voor Jan Oostwoud. Zelf heeft hij Jan Oostwoud als borg (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-555 fol 204) bron
- In 1735 wordt de wateras vernieuwd en krijgt Albert Jansz Ooijevaar een nieuwe openhaard in de kamer. (bron: OA Ambacht vier noorder kogge inv nr 356)
- Op 12-05-1735 betaalt Albert Ooijevaar voor 7:0 voor de pacht van de Hoogwouderwaal of Koppershornersluis. Tevens staat hij borg voor Jan Oostwoud. Zelf heeft hij Jan Oostwoud als borg (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-555 fol 212) bron
- Op 12-05-1736 betaalt Albert Ooijevaar voor 7:0 voor de pacht van de Koppershornersluis. Tevens staat hij borg voor Jan Oostwoud. Zelf heeft hij Jan Oostwoud als borg (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-555 fol 218) bron
- Op 16-05-1737 betaalt Albert Ooijevaar voor 1:10:0 voor de pacht van de Koppershornersluis. Tevens staat hij borg voor Jan Oostwoud. Zelf heeft hij Jan Oostwoud als borg (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-555 fol 223) bron
- Op 13-05-1738 betaalt Albert Ooijevaar voor 1:10:0 voor de pacht van de Hoogwouderwaal of Koppershornerkolk en sluis. Tevens staat hij borg voor Jan Oostwoud. Zelf heeft hij Dirk Opperdoes en Jan Oostwoud als borg (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-555 fol 231) bron
- Op 06-05-1739 betaalt Albert Ooijevaar voor 1:10:0 voor de pacht van de Hoogwouderwaal of Koppershornerkolk. Tevens staat hij borg voor Jan Oostwoud. Zelf heeft hij Rijnder Lakeman en Jan Oostwoud als borg (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-555 fol 241) bron
- Op 27-02-1740 geeft hij het overlijden aan van Geertje Jans van Enkhuizen overleden te Koppershorn. Twee dagen daarvoor is betaald voor het luiden van de klokken (bron: DTB Abbekerk inv nr 13 + 18) bron bron
- Op 05-05-1740 betaalt Albert Ooijevaar voor 15:0:0 voor de pacht van de Hoogwouderwaal of Koppershornerkolk. Tevens staat hij borg voor Jan Oostwoud en Sijmon Koster. Zelf heeft hij Rijnder Lakeman en Jan Oostwoud als borg (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-555 fol 251) bron
- Op 08-05-1741 betaalt Albert Ooijevaar voor 1:10:0 voor de pacht van de Hoogwouderwaal of Koppershornerkolk en t hooft beoosten lambertschag op nr 34 vor f 1, 2. Tevens staat hij borg voor Jan Oostwoud. Zelf heeft hij Rijnder Lakeman en Jan Oostwoud als borg (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-556 fol 7) bron
- Op 05-05-1742 betaalt Albert Ooijevaar voor 5:5 voor de pacht van de Hoogwouderwaal of Koppershornerkolk. Tevens staat hij borg voor Jan Oostwoud. Zelf heeft hij Garbrant Wijdenes en Jan Oostwoud als borg (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-556 fol 19) bron
- Op 10-05-1743 betaalt Albert Ooijevaar voor 8:10 voor de pacht van de Hoogwouderwaal of Koppershornersluis. Tevens staat hij borg voor Jan Oostwoud. Zelf heeft hij Jan Oostwoud en Lakeman als borg (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-556 fol 29) bron
- Op 13-05-1744 betaalt Albert Ooijevaar voor 3:__ voor de pacht van de Hoogwouderwaal of Koppershornersluis. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-556 fol 39) bron
- Op 19-05-1745 betaalt Albert Ooijevaar, Jan Oostwoud en Lakeman voor 1:10 voor de pacht van de Hoogwouderwaal of Koppershornerkolk. Tevens vanaf de sHeerewegsloot bij Ooijevaarssluis aan dijk naar Lambertschaag aan de Molendijk met Jan Oostwoud, Jan Oostwoud junior (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-556 fol 49) bron
- Op 20-05-1746 betaalt Albert Ooijevaar, Jan Oostwoud en Lakeman voor 3:__ voor de pacht van de kolk en sluis bij Koppershorn. Tevens vanaf de sHeerewegsloot bij Ooijevaars molen door Lambertschaag aan de Molendijk met Jan Oostwoud, Jan Oostwoud junior (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-556 fol 58) bron
- Op 18-05-1747 betaalt Albert Ooijevaar, Oostwoud en Lakeman voor 3:__ voor de pacht van de kolk en sluis bij Koppershorn. Tevens vanaf de sHeerewegsloot bij Ooijevaars molen tot aan Lambertschaag aan de Molendijk bij Jan Oostwoud samen met Jan Oostwoud junior (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-556 fol 67) bron
- Op 20-05-1748 betaalt Albert Ooijevaar, Jan Oostwoud en Lakeman voor 1:__ voor de pacht van de kolk en sluis bij Koppershorn. Tevens vanaf de sHeerewegsloot bij Ooijevaars molen langs tot aan Lambertschaag aan de Molendijk met Jan Oostwoud (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-556 fol 76) bron
- Op 19-05-1749 betaalt Albert Ooijevaar met Jan Oostwoud de jonge en Hendrik Lakeman als borgen 1:__ voor de pacht van de kolk en sluis bij Koppershorn. Tevens vanaf de sHeerewegsloot bij Ooijevaars molen langs tot aan Lambertschaag aan de Molendijk met Jan Oostwoud (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-556 fol 85) bron
- Op 16-05-1750 betaalt Albert Ooijevaar met Jan Oostwoud de jonge en Lakeman als borgen 1:__ voor de pacht van de kolk en sluis bij Koppershorn. Tevens is hij borg voor Jan Oostwoud (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-556 fol 94) bron
- Op 14-05-1751 betaalt Albert Ooijevaar met Jan Oostwoud en Gerbrand Wijdenes als borgen 1:__ voor de pacht van de kolk en sluis bij Koppershorn. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-556 fol 103) bron
- Op 18-05-1752 betaalt Albert Ooijevaar met Jan Oostwoud de jonge en Gerbrand Wijdenes als borgen 1:0:__ voor de pacht van de kolk en sluis bij Koppershorn. Tevens is hij borg voor Jan Oostwoud (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-556 fol 112) bron
- Op 18-05-1753 betaalt Albert Ooijevaar met Jan Oostwoud en Gerbrand Wijdenes als borgen 1:0:__ voor de pacht van de kolk en sluis bij Koppershorn. Tevens is hij borg voor Jan Oostwoud (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-556 fol 121) bron
- Op 17-05-1754 betaalt Albert Ooijevaar met Jan Oostwoud en Gerbrand Wijdenes als borgen 1:0:__ voor de pacht van de kolk en sluis bij Koppershorn. Tevens is hij borg voor Jacob Oostwoud (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-556 fol 130) bron
- Op 20-12-1754 aangifte van het overlijden van Sijtje in het water verongelukt dienstmeid van Albert Ooijevaar.
bron bron
- Op 28-05-1755 betaalt Albert Ooijevaar met Jan Oostwoud en Gerbrand Wijdenes als borgen 1:0:__ voor de pacht van de kolk en sluis bij Koppershorn. Tevens is hij borg voor Jacob Oostwoud (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-556 fol 139) bron
- Op 29-05-1756 betaalt Albert Ooijevaar met Jacob Oostwoud en Gerbrand van Opperdoes als borgen 1:0:__ voor de pacht van de kolk en sluis bij Koppershorn. Tevens is hij borg voor Jacob Oostwoud (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-556 fol 148) bron
- Op 18-05-1757 betaalt Albert Ooijevaar met Jacob Oostwoud en Gerbrand Wijdeness als borgen 0:__ voor de pacht van de kolk en sluis bij Koppershorn. Tevens is hij borg voor Jacob Oostwoud (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-556 fol 157) bron
- Op 16-05-1758 betaalt Albert Ooijevaar met Jacob Oostwoud en Gerbrand Wijdenes als borgen 0:__ voor de pacht van de kolk en sluis bij. Tevens is hij borg voor Jacob Oostwoud (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-556 fol 166) bron
- Op 15-05-1759 betaalt Albert Ooijevaar met Jacob Oostwoud en Gerbrand Wijdenes als borgen 0:6_ voor de pacht van de kolk en sluis bij. Tevens is hij borg voor Jacob Oostwoud (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-556 fol 175) bron
- Op 22-06-1759 wordt Albert Jansz Ooijevaar zijn zoon Dirk Albertsz Ooijevaar aangesteld als molenaar. (bron: OA Ambacht vier noorder kogge inv nr 356) transcriptie
- Op 19-05-1760 betaalt Albert Ooijevaar met Jacob Oostwoud en Gerbrand Wijdenes als borgen 0:6_ voor de pacht van de kolk en sluis bij. Tevens is hij borg voor Jacob Oostwoud (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-556 fol 184) bron
- Op 28-01-1761 maakt Albert Ooijevaar ziek te bedde liggende een testament voor schout en schepenen. Genoemd worden zoon Jan Albertsz, zoon Klaas Albertsz, de kinderen van wijlen Maartje Albertsz en Dirk Albertsz (bron: ORA Abbekerk inv nr 5442 fol 125) transcriptie

Otr. [5] op 09-02-1715 te Abbekerk (bron: DTB Abbekerk inv nr 11). bron, tr. op 24-02-1715 te Abbekerk (bron: DTB Abbekerk inv nr 10). bron, tr. kerk op 24-02-1715 te Hoogwoud (RK) (get.: Trijn Pieters en Cornelis Adriaansz) (bron: DTB Hoogwoud inv nr 8b / 7). bron bron.
513    Marie (Marie) Dirks SIJM [10] (code: 2^09+001).
Geb. ±1691 te verm. Lambertschaag (bron: ?), ged. ? te ?
Overl. ? te ? Begr. ? te ?
Dr. van Dirk (Dirk) SIJM [993] (code: 2^10+0002) (zie 1026) en ? (?) ? [994] (code: 2^10+0003) (zie 1027).
- Op 10-02-1720 verkopen: Jan Dirksz, Adriaan Dirksz, wijlen Gert Dirksz weduwe Trijn Cornelis en hun kinderen alle te Lambertschaag, Anna Dirks man Klaas in 't Velt te Hoogwoud, Aagt Dirks man Dirk Heijlig te Hauwert en Marij Dirksz man Albert Jansz Oudevaar watermolenaar te oosten van Lambertschaag ieder hun 7 deel van een huis en erf met 28 roeden aan Willem Dirksz. Het huis ligt naast Dirk Tadesz ten zuijden en Paulus Cornelisz ten noorden te Lambertschaag aan de oostkant van de weg (bron: ORA Abbekerk inv nr 5425 fol 498) transcriptie
- Op 10-02-1720 verkopen: Willem Dirksz, Jan Dirksz, Adriaan Dirksz, wijlen Gert Dirksz weduwe Trijn Cornelis en hun kinderen alle te Lambertschaag, Anna Dirks man Klaas in 't Velt te Hoogwoud en Aagt Dirks man Dirk Heijlig te Hauwert ieder hun 7 deel van een morgen en 56 roeden grasland aan en Marij Dirksz man Albert Jansz Oudevaar watermolenaar te oosten van Lambertschaag met Jacob Spiegelmaker ten oosten en de weduwe van Jan Eufsz ten westen. (bron: ORA Abbekerk inv nr 5425 fol 499) transcriptie
- Op 31-10-1721 wordt door Sijbrand Jansz Mans een notariële akten opgemaakt waarin Marie Dirks echtgenote van Albert Jansz Ooijevaar als een van de erfgenamen wordt genoemd. (bron: NOT Abbekerk inv nr 133)
transcriptie

Uit dit huwelijk:
   1. m  Dirk (Dirk) Albertsz OOIJEVAAR [15].
Geb. voor 1717 te verm. Lambertschaag (bron: ?), ged. ? te ?
Overl. ± 07-1717 te Lambertschaag (bron: DTB Abbekerk inv nr 11). Aangegeven op 12-07-1717 door zijn vader Albert Ooijevaar.
bron
, begr. ? te ?
   2. m  Dirk (Dirk) Albertsz OOIJEVAAR [16].
Geb. voor 1718 te verm. Lambertschaag (bron: ?), ged. ? te ?
Overl. ± 11-1718 te Lambertschaag (bron: DTB Abbekerk inv nr 11). Aangegeven op 26-11-1718 door zijn vader Albert Ooijevaar.
bron
, begr. ? te ?
   3. m  Dirk (Dirk) Albertsz OOIJEVAAR [17].
Geb. voor 1719 te verm. Lambertschaag (bron: ?), ged. ? te ?
Overl. ± 12-1719 te Lambertschaag (bron: DTB Abbekerk inv nr 12). Aangegeven op 04-12-1719 door zijn vader Albert Ooijevaar. bron, begr. ? te ?
   4. m  Dirk (Dirk) Albertsz OOIJEVAAR [18], watermolenaar.
Geb. > 1720 te verm. Lambertschaag (bron: ?), ged. ? te ?
Overl. ± 09-1781 te Lambertschaag (bron: DTB Abbekerk inv nr 9). Aangegeven op 06-09-1781 door Klaas Albertsz bron, begr. op 07-09-1781 te Abbekerk (bron: DTB Abbekerk inv nr 18). bron.
- Op 22-06-1759 wordt Albert Jansz Ooijevaar zijn zoon Dirk Albertsz Ooijevaar aangesteld als molenaar. (bron: OA Ambacht vier noorder kogge inv nr ?) transcriptie
- Op 15-05-1761 betaalt Dirk Ooijevaar met Jacob Oostwoud en Gerbrand Wijdenes als borgen 0:6_ voor de pacht van de kolk en sluis bij. Tevens is hij borg voor Jacob Oostwoud (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-556 fol 193) bron
- Op 17-03-1774 genoemd in een akte voor het leveren van Stro in 1772 (bron ONA Twisk inv nr 5009 fol 23)
- Op 28-09-1781 wordt Klaas Verwer als molenaar aangesteld in verband met het overlijden van Dirk Albertsz Ooijevaar. Klaas Verwer slaat deze functie echter af en Cornelis Dekker wordt uiteindelijk de nieuwe watermolenaar. (bron: Ambacht vier noorder kogge inv nr ?)
transcriptie

Otr. (1) [7] op 05-02-1746 te Abbekerk (bron: DTB Abbekerk inv nr 7). bron, tr. op 20-02-1746 te Abbekerk (bron: DTB Abbekerk inv nr 6). bron, tr. kerk ? te ?
Echtgenote is Grietje (Grietje) Simons KOSTER [19].
Geb. ? te verm. Lambertschaag (bron: ?), ged. ? te ?
Overl. ± 05-1751 te Koppershorn (bron: DTB Abbekerk inv nr 7). Aangegeven op 11-05-1751 door haar man Dirk Albertsz Ooijevaar bron, begr. op 09-05-1751 te Abbekerk (bron: DTB Abbekerk inv nr 18). bron.
Dr. van Simon (Simon) Jansz KOSTER [20] en Maartje (Maartje) Dirks ? [21].
- Op 16-12-1751 is er een akte opgemaakt waarbij de vader van wijlen Grietje Simons Koster, Simon Jansz Koster en haar man Dirk Albertsz Ooijevaar hebben besloten om de erfenis te delen. (bron: NOT Sijbekarspel inv nr 4774a) transcriptie
Otr. (2) [9] op 05-01-1765 te Abbekerk (bron: DTB Abbekerk inv nr 7). bron, tr. op 20-01-1765 te Abbekerk (bron: DTB Abbekerk inv nr 6). bron, tr. kerk op 20-01-1765 te Lambertschaag (RK) (get.: Jacob Pietersz de Wit en Frederik Pietersz de Wit) (bron: DTB Abbekerk inv nr 4). bron.
Echtgenote is Trijntje (Trijntje) Pieters de WIT (Bink ?) [22].
Geb. ? te verm. Twisk (bron: ?), ged. ? te ?
Overl. ? te ? Begr. ? te ?
Dr. van Pieter (Pieter) de WIT ((Bink ?)) [995] en ? (?) ? [996].
   5. v  Maartje (Maartje) Alberts OOIJEVAAR [28].
Geb. ±1721 te ? (bron: ?), ged. ? te ?
Overl. ± 02-1756 te Sijbekarspel (bron: DTB Sijbekarspel inv nr 11). Aangegeven op 08-02-1756 bron
, begr. ? te ?
Otr. [13] op 18-01-1745 te Abbekerk (bron: DTB Abbekerk inv nr 7). bron, tr. op 31-01-1745 te Sijbekarspel (bron: DTB Sijbekarspel inv nr 9). bron, tr. kerk ? te ?
Echtgenoot is Pieter (Pieter) Heertjesz NIEROP (Smit) [29].
Geb. ±05-1715 te ? (bron: ?), ged. (NG) op 30-05-1715 te Benningbroek (bron: DTB Benningbroek inv nr 1). bron.
Overl. ± 12-1755 te Sijbekarspel (bron: DTB Sijbekarspel inv nr 11). Aangegeven op 28-12-1755 bron, begr. ? te ?
Zn. van Heertje (Heertje) Cornelisz NIEROP [1005] en Immetje (Immetje) Aarts ? [1006].
Pieter Heertjes Nierop was weduwnaar:
Otr.[353] op 07-11-1734 te Benningbroek (bron: DTB Benningbroek inv nr 2). bron, tr. op 21-12-1734 te Benningbroek (bron: DTB Benningbroek inv nr 2). bron, tr. kerk ? te ?
Echtgenote is Maartje (Maartje) Klaas ? [1932].
Geb. ? te ? Ged. ? te ?
Overl. ? te ? Begr. ? te ?
Dr. van ? (?) ? [1933] en ? (?) ? [1934].

- Jan Koenis en Jan Nierop beide ooms van de nagelaten kinderen van Pieter Heertjesz Nierop en Maartje Albertsz worden aangesteld tot voogd over deze kinderen. Dit aldus het notarieel archief van Sijbekarspel inv nr 4774/48
- Op 11-02-1756 wordt door de twee voogden over de kinderen van wijlen Pieter Heertjes Nierop en Maartje Alberts een akte opgemaakt. Deze akte betreft het verkopen van de nalatenschap van de ouders om deze om te zetten in liquide middelen. Hierin worden als voogden twee ooms van de kinderen genoemd te weten Jan Koenis en Jan _em. De eerste van deze twee is volgens mij de Jan Cornelis Koenis die gehuwd is met Neeltje Alberts Ooijevaar. Neeltje Alberts Ooijevaar zou dan de zus van Maartje Alberts zijn en Jan
Cornelis Koenis dus haar zwager en zo dus ook de oom van haar kinderen. (bron: ORA Sijbekarspel inv nr 5452)
transcriptie

   6. m  Jan (Jan) Albertsz OOIJEVAAR [13], watermolenaar.
Geb. ±1722 te verm. Lambertschaag (bron: ?), ged. ? te ?
Overl. ? te ? Begr. op 31-10-1781 te Abbekerk (bron: DTB Abbekerk inv nr 18). bron.
- Vanaf 1741 wordt Jan Albertsz Ooijevaar zoon van Albert Jansz Ooijevaar aangesteld als molenaar op de voormalige molen van Cornelis Luit. Deze molen ligt naast de watermolen waarin zijn vader woont. Op 19-08-1752 houdt Jan Albertsz Ooijevaar het voor gezien en neemt Jan Gelder zijn plaats in. (bron: Ambacht vier noorder kogge inv nr 356)
- Op 18-05-1747 betaalt Jan Ooijevaar 3:__ voor de pacht van de hornsloot van de sHeerewegsloot tot in Twisk samen met Lakeman en Pieter Tak (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-556 fol 67) bron
- Op 16-05-1750 is ene Jan Ooijevaar borg voor Zeger Wagemaker voor de pacht van viswater (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-556 fol 100) bron
- Op 03-08-1757 wordt Jan Albertsz Ooijevaar te Sijbekarspel genoemd als getuigen (bron: ONA Sijbekarspel inv nr 4774 fol) bron
- Op 22-12-1757 wordt Jan Albertsz Ooijevaar vermeld wegens de aankoop van een huis te Lambertschaag van Lourens Arisz Groot. (bron: ORA Abbekerk inv nr 5437 fol 508) transcriptie
- Op 04-09-1778 wordt ene Jan Ooijevaar genoemd als dijkbaas. Dit omdat Christiaan Hendriksz hout van de vier noorderkogge zou hebben gebruikt voor het repareren van zijn hek. (bron: ORA vier noorder kogge inv nr 7075C fol 49) transcriptie
- Op 10-09-1778 getuigenis door Jan Ooijevaar voor de vier noorderkogge. (bron: ORA vier noorder kogge inv nr 7075C fol 49) transcriptie
- Op 15-09-1778 getuigens van werklieden aan het dijkvak voor de vier noorderkogge waarin wee de dijkbaas Jan Ooijevaar wordt genoemd. (bron: ORA vier noorder kogge inv nr 7075C fol 53) transcriptie
[- Op 22-09-1778 de uitspraak in de zaak tegen Christiaan Henriksz (bron: ORA vier noorder kogge inv nr 7075C fol 56) transcriptie]
- Op 13-04-1780 wordt Jan Ooijevaar te Lambertschaag vermeld in het notarieel archief van Sijbekarspel inv nr 4780/30.

Otr. [6] op 25-12-1746 te Abbekerk (bron: DTB Abbekerk inv nr 7). bron, tr. op 08-01-1747 te Abbekerk (bron: DTB Abbekerk inv nr 6). bron, tr. kerk ? te ?
Echtgenote is Maartje (Maartje) Pieters ? [14].
Geb. ? te verm. Abbekerk (bron: ?), ged. ? te ?
Overl. ±02-1772 te Lambertschaag (bron: DTB Abbekerk inv nr 9). Aangegeven op 11-02-1772 door haar man Jan Ooijevaar als Maartje Jacobs? bron, begr. op 07-02-1772 te Abbekerk (bron: DTB Abbekerk inv nr 18). bron.
Dr. van Pieter (?) ? [997] en ? (?) ? [998].
   7. v  Neeltje (Neeltje) Alberts OOIJEVAAR [26].
Geb. op 18-01-1726 te verm. Lambertschaag (bron: DTB Sijbekarspel inv nr 12), ged. ? te ?
Overl. op 26-01-1808 te Sijbekarspel op 82-jarige leeftijd (aang.: Aangegeven door haar zoon Cornelis Koenis) (bron: DTB Sijbekarspel inv nr 12). Aangegeven op 27-01-1808 door haar zoon Cornelis Koenis bron, begr. ? te ?
Otr. [12] op 12-04-1749 te Abbekerk (bron: DTB Abbekerk inv nr 7). bron, tr. op 23-jarige leeftijd op 27-04-1749 te Abbekerk (bron: DTB Abbekerk inv nr 6). bron, tr. kerk ? te ?
Echtgenoot is Jan (Jan) Cornelisz KOENIS [27].
Geb. ? te verm. Sijbekarspel (bron: ?), ged. ? te ?
Overl. ± 11-1801 te Sijbekarspel (bron: DTB Sijbekarspel inv nr 12). Aangegeven op 25-11-1801 bron, begr. ? te ?
Zn. van Cornelis (Cornelis) KOENIS [1003] en ? (?) ? [1004].
   8. m  Klaas (Klaas) Albertsz OOIJEVAAR [23] (code: 2^08+000), geb. ±1728 te verm. Lambertschaag (zie 256).
   9. m  Adriaan (Arjen) Albertsz OOIJEVAAR [30].
Geb. ? te ? Ged. ? te ?
Overl. ± 10-1735 te Abbekerk (bron: DTB Abbekerk inv nr 13). Aangegeven op 28-10-1735. bron, begr. 1735 te Abbekerk (bron: DTB Abbekerk inv nr 18). bron.

Eerste blad   Vorig blad Blad 122 van 627 bladen.Schema bron   Volgend blad   Laatste blad
 

Homepage |E-mail