Eerste blad Vorig blad | Blad 578 van 628 bladen. | Schema ![]() |
2. | m | Goosen (Goosen) Gerritsz van SCHAIK [5954] (code: 2^15+13376), geb. rond 1477 te ? (zie 46144). |
1. | v | Alijt (Alijt) Cornelis van den BOSCH [5955] (code: 2^15+13377), geb. ? te ? (zie 46145). |
1. | m | Adriaan (Adriaan) Dirksz van LEEMKOLK [25719] (code: 2^15+14144), geb. ? te ? (zie 46912). |
1. | m | Lambert (Lambert) Goesz van BEMMEL [25722] (code: 2^15+14146), geb. ? te ? (zie 46914). |
1. | v | Margriet (Margriet) Jans de ROIJ (Marcellis) [25723] (code: 2^15+14147), geb. ? te ? (zie 46915). |
1. | m | Aart (Aart) VINK [25712] (code: 2^16+14148), geb. ? te ? (zie 46916). |
1. | m | Krijn (Krijn) Willemsz PAUW [28492] (code: 2^16+14160), geb. rond 1470 te ? (zie 46928). |
2. | m | Hendrik (Hendrik) Willemsz PAUW [29032]. Geb. ±1489 te ? (bron: ?), ged. ? te ? Overl. rond 1544 te ? (bron: ?), begr. rond 1544 te Utrecht (bron: ?). - In 30-12-1514 vermeld in de rekeningen als nieuwe inwoner van utrecht (bron: 701 stadsbestuur utrecht inv nr 16-18 fol 153r en 589-42 fol 10 ) ![]() ![]() - Op 22-09-1535 samen met Willem Olofsz vermeld als voogd over de onmondige kinderen van Willem Corlinck en Beatris. Dit volgens 701 Stadsbetuur Utrecht inv nr 13-22 (bron: ? (Utrechtse Parentelen voor 1650 deel 5)) - Op 13-01-1536 genoemd wegens de overdracht van 1/6 deel van een huis van Jacob Jansz de korenkoper en zijn vrouw Cornelia in de Nijestraet Dit volgens 701 Utrecht 704-22 fol 7 (bron: ? (Utrechtse Parentelen voor 1650 deel 5)) - Op 08-02-1537 overdracht van de erfenis binnen Utrecht van Antonius Eersten door Engbert Gijsbertsz man van Gouda [Gerrits van Wijk] uit 't Goy, Eerst Gerritsz [Eerstensz] man van Alida uit Houten, Dirk Sweersz man van Geertruida, namens Alida [Jans Eerstens] diens man Dirk Klaasz smid te Zoelmond aan Hendrik Willemsz [Eerstensz man van Haasje Jans Vos] en [Geertuida Willemsz Eerstensz vrouw van] Goijer Adriaansz. Antonius Eersten [man van Geertruida Jans Hendriks] is hun of hun partners oom. (bron: 701-3 Hof Utrecht 704-23 fol 25) ![]() - Op 10-07-1537 overdracht van de erfenis van Anthonis Eersten door zijn broer Jan Eerstensz aan o.a. de kinderen van broer Willem Eerstensz waaronder Hendrik Willemsz. (bron: 701-3 Hof Utrecht 704-23 fol 113) ![]() - Op 27-01-1541 genoemd wegens de overdracht van 1/6 deel van een huis van Jacob Jansz de korenkoper en zijn vrouw Cornelia in de Nijestraet. Dit volgens 701 Utrecht 704-27 fol 33 (bron: ? (Utrechtse Parentelen voor 1650 deel 5)) - Op 23-01-1543 boedelscheiding van de erfgenamen van Anthonis Eerstensz en Gijsbertje Jans Hendriksz. Als erfgenamen van Antonis Eersten worden o.a. Hendrik Willemsz [Eerstensz] man van Hadewich [Jans Vos] bakker, Er volgen een aantal verklaringen waaronder van Hendrik Willemsz [Eerstensz] en [de man van Geertuida Willemsz Eerstensz] en Goijer Adriaansz die verklaren de erfenis te hebben voldaan aan Engbert Gijsbertsz [man van Gouda Gerrits van Wijk] in 't Goy, Dirk Sweersz [man van Geertruida] te Schalkwijk, [Alida Jans Eerstensz man] Dirk [Klaasz] smid te Zoelmond, Akrijn Willemsz [Eerstensz] weduwe Maria en hun kinderen Antonius, Gijsbert, Maria, Jannetje, Cornelia, Anna en Magdalena. (bron: 701-3 Utrecht 704-29) ![]() - In 1544/1545 vermeld als begraven in de buurkerk in de rekening kerkmeesters 709 bewaarde archieven Utrecht inv nr 47-8 (bron: ? (Utrechtse Parentelen voor 1650 deel 5)) - Op 05-04-1546 ontstlaat Pons Willemsz de zijn voogden Dirk Splinter en de inmiddels overleden Hendrik Willemsz bakker. Dit volgens 701 Stadsbetuur Utrecht inv nr 13-23 (bron: ? (Utrechtse Parentelen voor 1650 deel 5)). Otr. [8726] ? te ? Tr. rond 1514 te ? (bron: ?), tr. kerk ? te ? Echtgenote is Haasje (Haasje) Jans VOS [29033]. Geb. rond 1492 te ? (bron: ?), ged. ? te ? Overl. ±1552 te ? (bron: ?), begr. ±1552 te Utrecht (bron: ?). Dr. van Jan (Jan) VOS [29034] en Jut (Jut) ? [29035]. Haasje Jans Vos was weduwe: Otr.[8745] ? te ? Tr. voor 1513 te ? (bron: ?), tr. kerk ? te ? met Jan (Jan) Joosten ? [29098], bakker. Geb. ? te ? Ged. ? te ? Overl. voor 1513 te ? (bron: ?), begr. ? te ? Zn. van Joost (Joost) ? [29099] (zie 2) en ? (?) ? [29100] - Op 24-11-1513 boedelscheiding van Jan Joosten op verzoek van zijn weduwe. Dit volgens 701 Stadsbetuur Utrecht inv nr 703-22 fol 111, 112 (bron: ? (Utrechtse Parentelen voor 1650 deel 5)) - In 1552 wordt Haasje Bakkers vermeld als begraven in de buurkerk in de rekening kerkmeesters 709 bewaarde archieven Utrecht inv nr 47-9 (bron: ? (Utrechtse Parentelen voor 1650 deel 5)) _ Op 07-07-1752 zien de erfgenamen van Hadewich weduwe van Hendrik Willemsz af van het huis waar zij woonde als erfenis. ALs erfgenamen zijn aanwezig Jan Hendriksz man van Alida, Hendrik Anthonisz man van Maria Hendriks Willemsz en Jan Godschalk man van Willemtje Hendriks Willemsz. Dit ten gunsten van Anthonis Aertsz van Rijsen en zijn vrouw Geertruid. Dit volgens 701 Stadsbetuur Utrecht inv nr 705-1 fol 41-42 (bron: ? (Utrechtse Parentelen voor 1650 deel 5)) - Op 06-06-1553 wordt na het overlijden van Haasje de helft van een huis aan de Oudkerkhof overgedragen aan Gerrit Klaasz Vos bakker Hij ontvangt 2 delen van Jan Hendriksz bakker en zijn vrouw Alijt een deel van Geertruida Hendriks Willemsz dochter weduwe van Anthonis Aartsz. [De andere helft is van [zijn zwagers] Hendrik Teunisz [Buddink man van Maritje Hendriks Willemsz] en Jan Godschalk [man van Willemtje Hendriks Willemsz]. Dit volgens 701 Stadsbetuur Utrecht inv nr 705-2 fol 120-121 (bron: ? (Utrechtse Parentelen voor 1650 deel 5)). - Op 07-02-1514 geeft Geertruida weduwe van Goijert Jansz de losrente uit een huis op het Oudkerkhof ovar aan Henrick Willemsz de bakker en Hadewich. Dit volgens 701 Stadsbetuur Utrecht inv nr 703-23 fol 10 (bron: ? (Utrechtse Parentelen voor 1650 deel 5)) - In 1532 de volgende vermeldingen in het lijfrentenregister van Hendrik Willemsz Bakker en Haes: zoon Jan (1518), dochter Marijgje (1518 + 1523), zoon Arijaen (1521), dochter Geertje (2x 1529), dochter Jutge (1529 + 1530) en dochter Willemtje (1530). Dit volgens 701 Stadsbestuur Utrecht inv nr 610-9 fol 80. (bron: ? (Utrechtse Parentelen voor 1650 deel 5)) - rond 1543 nogmaals vermeldingen in het lijfrentenregister van Hendrik Willemsz Bakker en Haes nu met toevoeging van een aantal overlijdens data zoon Jan (overleden 1569), zoon Arijaen (overleden 1563), dochter Jutge (overleden 1555) en dochter Willemtje (overleden 1563). Ook de lijfrente van Haas Jans Vos (1492) is toegevoegd als weduwe van de in 1552 overleden Hendrick Willemsz de bakker. Deze vermelding is overgenomen uit een eerdere inschrijving als van Haesse als dochter van Jan Vos en Jut. Dit volgens 701 Stadsbestuur Utrecht inv nr 610-11 fol 51. (bron: ? (Utrechtse Parentelen voor 1650 deel 5)). |
3. | v | Janna (Jannetje) Willems PAUW [29045]. Geb. ±1493 te ? (bron: ?), ged. ? te ? Overl. ? te ? Begr. ? te ? - Op 10-07-1537 overdracht van de erfenis van Anthonis Eersten door zijn broer Jan Eerstensz aan o.a. de kinderen van broer Willem Eerstensz waaronder Janna Willems vrouw van Cornelis Klaasz [moet zijn Klaas Cornelisz]. (bron: 701-3 Hof Utrecht 704-23 fol 113) ![]() - Op 23-01-1543 boedelscheiding van de erfgenamen van Anthonis Eerstensz en Gijsbertje Jans Hendriksz. Als erfgenamen van Antonis Eersten worden o.a. Cornelis Willemsz [Eerstensz] zijn weduwe Adriana [Cornelis Klaasz]. Er volgt een verklaring van Adriana, Cornelis Willemsz weduwe waarin zij verklaart de erfenis te hebben voldaan aan hun kinderen Eerst, Anthonis, Jan, Jasper, Willem, Cornelis, Marie, Adriaan, Geertruida, jonge Adriaan en [de man van haar zus Janna Willemsz vrouw van] Klaas Cornelisz uit de Weerde. (bron: 701-3 Utrecht 704-29) ![]() Otr. [8729] ? te ? Tr. ±1517 te ? (bron: ?), tr. kerk ? te ? Echtgenoot is Klaas (Klaas) Cornelisz ? [29046]. Geb. ±1492 te ? (bron: ?), ged. ? te ? Overl. ? te ? Begr. ? te ? Zn. van Cornelis (Cornelis) Klaasz ? [29061] en Marie (Marie) ? [29062]. - Op 27-02-1527 draagt Maria weduwe van Cornelis Klaasz met hun dochters en schoonzoons Maria vrouw van Hendrik Loefsz, Adriana vrouw van Cornelis Willemsz, Lijsbet vrouw van Loef Jans en Janna vrouw van Henrik Jacobsz dragen op aan hun zoon en broer [Klaas Cornelisz] hun aandeel in de helft van een viertel en 2 1/2 morgen daar de transfixbrief van spreekt. Dit volgens 701 Utrecht 725 fol 3 (bron: ? (Utrechtse Parentelen voor 1650 deel 5)) - Op 03-08-1538 draagt Klaas Cornelisz man van Janna de helft van een viertel en 2 1/2 morgen in de Leechweijde over aan zijn zwager Cornelis Willemsz Eerstensz. de Jonge Gijsbert Frederiksz in t Veen bezit de andere helft ief van spreekt. Dit volgens 701 Utrecht 725 fol 22 (bron: ? (Utrechtse Parentelen voor 1650 deel 5)) - Op 03-07-1742 getuigenis van ene Klaas Cornelisz omtrent 50 jaar in een geschil wegens geleverde duyst-stenen in 1540 door Steven van Ruijmelaar kanunnik van St Jan te Utrecht aan Pieter de Kijser en Roeloff de Leeuwe. (bron: ORA 701 Utrecht inv nr 721-7) ![]() |
4. | m | Eerst (Eerst) Willemsz PAUW [28501]. Geb. ? te ? Ged. ? te ? Overl. rond 1560 te ? (bron: ?), begr. ? te ? - Op 22-02-1515 wordt Eernst Willemsz vermeld als zoon van Willem Eernst en Geertruid met 2 morgen en 4 hond land die hij in pacht heeft van de heren van Oudmunster te Utrecht Herman Acrijnsz zegeld voor hem. (bron: 223 heren Oudmunster inv nr 1347-2/3) ![]() ![]() - Op 09-06-1520 wordt Eerst Willemsz vermeld met 30 morgen land in 't Goij die hij in pacht heeft van de Riddelijke Duitsche Orde te Utrecht. Dit land werd eerder door zijn vader Willem Eerstsz gepacht. Zijn oom Tonis Eerstsz zegeld voor hem. (bron: RDO Ridderlijke Duitsche Orde inv nr 1137-0-3 + inv nr 666.0.1 fol 137)) ![]() ![]() - tussen 1522-1562 vermelding Eerst Willemsz Pauw. (bron: RDO Ridderlijke Duitsche Orde inv nr 880.0.18 t/m 880.0.44) 1522-1524 ![]() ![]() 1526-1527 ![]() 1530-1534 ![]() ![]() ![]() 1538-1539 ![]() ![]() 1540-1541 ![]() ![]() 1547-1548 ![]() ![]() ![]() 1550-1551 ![]() ![]() ![]() 1554-1555 ![]() ![]() 1556-1557 ![]() ![]() ![]() 1560-1561 ![]() ![]() - Op 09-04-1522 wordt Eerst Willemsz Pauw vermeld met 8 morgen land in 't Goij die hij in pacht heeft van de Riddelijke Duitsche Orde te Utrecht. Dit land werd eerder door zijn vader Willem Eerstsz gepacht. Zijn oom Tonis Eerstsz zegeld voor hem. (bron: RDO Ridderlijke Duitsche Orde inv nr 1138-0-3 + inv nr 666.0.1 fol 146) ![]() ![]() - Op 09-04-1522 wordt Eerst Willemsz Pauw vermeld met 7 morgen land in 't Goij die hij in pacht heeft van de Riddelijke Duitsche Orde te Utrecht. Dit land werd eerder door zijn vader Willem Eerstsz gepacht. Zijn oom Tonis Eerstsz zegeld voor hem. (bron: RDO Ridderlijke Duitsche Orde inv nr 666.0.1 fol 155) ![]() - Op 22-09-1522 wordt Eerst Willemsz Pauw vermeld met 7 morgen land in 't Goij die hij in pacht heeft van de Riddelijke Duitsche Orde te Utrecht. Dit land werd eerder door zijn vader Willem Eerstsz gepacht. Zijn oom Tonis Eerstsz zegeld voor hem. (bron: RDO Ridderlijke Duitsche Orde inv nr 1140-0-2) ![]() - In 1525 wordt Eerst Willems aangeslagen met 1 1/2 huis in 't Goy in het huisgeld register. (bron: Staten van Utrecht inv 58-373) ![]() - Op __-__-1531 krijgt Ernst [Willemsz] een leen van een viertel te Schalkwijk van het kapittel van Sint Pieter. Dit bij overdracht van Anton Ernst man van Gijsbert[je] dochter van Jan Hendriksz die de lijftocht behouden. [Op 28-07-1576 gaat deze pacht naar Ernst Willemsz Pauw bij dode van Willem Ernstsz] Dit volgens inv nr 919-1 fol 70 (bron: ? (HOGENDA)) - Op 27-01-1531 wordt Ernst Willemsz in 't Goy genoemd met een leen te Schalkwijk van het kapittel van Sint Pieter bij overdracht van Pieter Grebber. Dit volgens inv nr 919-1 fol 70v (bron: ? (HOGENDA)) - Op 10-03-1531 wordt Eerst Willemsz Pauw vermeld met 8 morgen land in 't Goij die hij in pacht heeft van de Riddelijke Duitsche Orde te Utrecht. Antonis de Man zegeld voor hem. (bron: RDO Ridderlijke Duitsche Orde inv nr 1138-0-4) ![]() - Op 10-03-1531 wordt Eerst Willemsz Pauw vermeld met 3 percelenen die hij huurt van het Duitse huis te Utrecht. Anthonis de Man zegelt voor hem. (bron: RDO Ridderlijke Duitsche Orde inv nr 666.0.1 fol 146) ![]() - Op 16-06-1532 wordt Eerst Willemsz vermeld met 30 morgen land in 't Goij die hij in pacht heeft van de Riddelijke Duitsche Orde te Utrecht. Acrijn Willemsz wordt vermeld met naastgelegen land. Antonis de Man voor hem. (bron: RDO Ridderlijke Duitsche Orde inv nr 1137-0-4 + 666.0.1 fol 138) ![]() ![]() - in 1533 wordt Eerst Willemsz Pauw vermeld met zijn pachtgronden in (bron: RDO Ridderlijke Duitsche Orde inv nr 890.0 fol 11) ![]() - Op 20-02-1533 wordt Eerst Willemsz Pauw vermeld met 7 morgen land in 't Goij die hij in pacht heeft van de Riddelijke Duitsche Orde te Utrecht. Anthonis de Man zegeld voor hem. (bron: RDO Ridderlijke Duitsche Orde inv nr 1140-0-3 + 666.0.1 fol 155b) ![]() ![]() - Op 03-03-1535 wordt Eerst Willemsz vermeld met 1 ploeg. Dit volgens Staten van Utrecht inf 58-390 (bron: ? (Utrechtse Parentelen voor 1650 deel 5)) - Op 04-08-1535 wordt Eerst Willemsz Pauw vermeld met 30 + 8 morgen en een huis in t Goij die hij huurt van het Duijtsehuis te Utrecht. Acrijn Willemsz wordt vermeld met naastgelegen land. Hij zegelt zelf met een pauw. (bron: RDO Ridderlijke Duitsche Orde inv nr 1146-1-1) ![]() - In 1536 wordt Eernst Willemsz vermeld als gebruiker van 4 morgen in 't Goy van Jan Roeksz. Dit volgens oudschildgeld (bron: ? (Utrechtse Parentelen voor 1650 deel 5)) - Op 10-07-1537 overdracht van de erfenis van Anthonis Eersten door zijn broer Jan Eerstensz aan o.a. de kinderen van broer Willem Eerstensz waaronder Eerst Willemsz. (bron: 701-3 Hof Utrecht 704-23 fol 113) ![]() - Op 11/12-02-1539 wordt Eerst Willemsz Pauw vermeld met 7 morgen land in 't Goij die hij in pacht heeft van de Riddelijke Duitsche Orde te Utrecht. Anthonis de Man zegeld voor hem. (bron: RDO Ridderlijke Duitsche Orde inv nr 1140-0-4 + 666.0.1 fol 155b) ![]() ![]() - 1541 schepen van Houten en 't Goy (bron: ?) - Op 29-11-1541 is Cornelis Willemsz overleden en vervalt zijn pacht van 4 morgen en 9 roeden in 't Goij op zijn Eernst Cornelisz. De moeder van Eernst genaamd Adriaan Cornelis Klaasz behoudt haar lijftocht. Eernst Willemsz wordt genoemd met naastgelegen land. (bron: 216 Dom Kapittel Utrecht inv nr 1222-11 + 1085-1 fol 87) ![]() ![]() - Op 23-01-1543 boedelscheiding van de erfgenamen van Anthonis Eerstensz en Gijsbertje Jans Hendriksz. Als erfgenamen van Antonis Eesrten worden o.a. Eerst Willemsz [Eerstensz] man van Lijsbeth [] in 't Goy. (bron: 701-3 Utrecht 704-29) ![]() - Op 10-11-1543 wordt Eerst Willemsz genoemd in de criminele sententie wegens de doodslag door Jan van Oostrum uit Utrecht op Evert Hermansz. Dit volgens 239-1 Hof Utrecht inv nr 99-2 fol 45 (bron: ? (Utrechtse Parentelen voor 1650 deel 5)) - Op 07-09-1549 wordt Eerst Willemsz Pauw vermeld met 30 + 8 morgen in t Goij die hij huurt van het Duijtsehuis te Utrecht. Hij zegelt zelf met een pauw. (bron: RDO Ridderlijke Duitsche Orde inv nr 1140.0.15 + inv nr 660.0.1 fol 138) ![]() ![]() - Op 07-09-1549 wordt Eerst Willemsz Pauw vermeld met 7 morgen land in 't Goij die hij in pacht heeft van de Riddelijke Duitsche Orde te Utrecht. Anthonis de Man zegeld voor hem. (bron: RDO Ridderlijke Duitsche Orde inv nr 660.0.1 fol 155b) ![]() - In 1556 vermelding van Eerst Willems als huurder van 30 morgen en nog eens 7 en 8 morgen. Dit volgens RDO Ridderlijke Duitsche Orde inv nr 666 en/of 880 (bron: ? (Utrechtse Parentelen voor 1650 deel 5)) - Op 24-04-1557 wordt Gijsbert Quirijnsz vermeld met 3 1/2 mergen en 9 roede land die hij in pacht heeft van het domkappitel van Utrecht bij overdracht van Eernst Cornelisz. Zijn vrouw Marijke Cornelis van Spitshoven heeft lijftocht gekregen van Adriana Cornelis Klaasz. Eernst Willemsz wordt genoemd met naast gelegen land (bron: 216 Utrecht inv nr 1222-17) ![]() Otr. [8555] ? te ? Tr. ? te ? Tr. kerk ? te ? Echtgenote is Lijsbeth (Lijsbet) Philips van ROSSUM [28502]. Geb. ? te ? Ged. ? te ? Overl. ? te ? Begr. ? te ? Dr. van Philip (Philip) van ROSSUM [28503] en ? (?) ? [28504]. - Op 17-03-1560 wordt Eerst Willemsz wedue vermeld met 3 percelenen die zij opnieuw huurt van het Duitse huis te Utrecht. (bron: RDO Ridderlijke Duitsche Orde inv nr 666.0.1 fol 146) ![]() - Op 17-03-1560 vermelding van Lijsbet weduwe van Eerst Willems Pouwen als huurder. (bron: RDO Ridderlijke Duitsche Orde inv nr 666.0.1 fol 138) ![]() - Op 07-09-1549 vermelding van Lijsbet weduwe van Eerst Willemsz Pauw vermeld met 7 morgen land in 't Goij (bron: RDO Ridderlijke Duitsche Orde inv nr 660.0.1 fol 155b) ![]() - In 1567 vermelding van Willem Eersten als huurder van 30 morgen en nog eens 7 en 8 morgen. Dit volgens RDO Ridderlijke Duitsche Orde inv nr 666 en/of 880 (bron: ? (Utrechtse Parentelen voor 1650 deel 5)). |
5. | v | Geertruida (Geertruida) Willems PAUW [29036]. Geb. ? te ? Ged. ? te ? Overl. ? te ? Begr. ? te ? - Op 10-07-1537 overdracht van de erfenis van Anthonis Eersten door zijn broer Jan Eerstensz aan o.a. de kinderen van broer Willem Eerstensz waaronder Geertruida Willems vrouw van Goijer Adriaans lijndraijer. (bron: 701-3 Hof Utrecht 704-23 fol 113) ![]() - Op 09-03-1560 worden de kinderen van Goeijert Adriaans genoemd als erfgenamen van wijlen hun oom Cornelis Adriaansz. Hij was gehuwd met Marichtje Goessens van Schaijk die inmiddels is hertrouwd met Hendrik Gerritsz. Genoemd worden de kinderen van wijlen zijn broers Goeijer Adriaansz en Jan Adriaansz. De erfenis betreft land in de Hoge en Lageweide. Genoemd worden Willem Goijertsz man Gerborch, Adriaan Goijertsz man van Dirkje, Geertruide Goijerts Adriaansz vrouw van Hendrik Jansz Block, Geertruida Jans Adriaansz vrouw van Hendrik Klaasz van der Laar, kinderen van Adriana Goijertsz Adriaansz en Cornelis en tot slot Aelbert van Doesburch man van Dirkje. Dit volgens 701 Utrecht 725 fol 110-111 (bron: ? (Utrechtse Parentelen voor 1650 deel 5)) - Op 13-01-1561 woont zij Geertruida weduwe van Goert Adrijaansz aan de tolsteeg naast Willem Goertsz lijndraaier. (bron: 701 Stadsbestuur van Utrecht inv nr 334-4) ![]() - Op 12-02-1561 draag Geertruida weduwe van Goort Adrijaans een huis en erfje aan de Tolsteeg over aan de stad Utrecht. (bron: 701 Stadsbestuur van Utrecht inv nr 334-5) ![]() - Op 12-02-1561 nogmaals overdracht door Geertruida weduwe van Goort Adrijaans van een erfje aan de oostzijde van de Tolsteeg over aan de stad Utrecht. Dit volgens 701 Utrecht 705-18 fol 55-56 (bron: ? (Utrechtse Parentelen voor 1650 deel 5)) - Op 29-04-1586 testament van Geertuida Willems Eerstensz weduwe van Goijert Adriaansz waarvooer haar op 07-06-1563 octrooi is verleend. Erfgenamen zijn haar zoons Willem Goijertsz en Cornelis Goijertsz en de kinderen van dochters Teuntje Goijertsz, Geertje Goijertsz zoon Jan Hendriksz Keijzer en tot slot haar zoons zoon Cornelis Adriaansz zoon van [Cornelis Adriaansz Goijertsz en] Elisabet. Dit volgens ONA Utrecht u003a004 (bron: ? (Utrechtse Parentelen voor 1650 deel 5)). Otr. [8727] ? te ? Tr. ? te ? Tr. kerk ? te ? Echtgenoot is Goijer (Goijer) Adriaansz ? [29037]. Geb. ? te ? Ged. ? te ? Overl. ? te ? Begr. ? te ? Zn. van Adriaan (Adriaan) ? [29038] en ? (?) ? [29039]. - Op 08-02-1537 overdracht van de erfenis binnen Utrecht van Antonius Eersten door Engbert Gijsbertsz man van Gouda [Gerrits van Wijk] uit 't Goy, Eerst Gerritsz [Eerstensz] man van Alida uit Houten, Dirk Sweersz man van Geertruida, namens Alida [Jans Eerstens] diens man Dirk Klaasz smid te Zoelmond aan Hendrik Willemsz [Eerstensz man van Haasje Jans Vos] en [Geertuida Willemsz Eerstensz vrouw van] Goijer Adriaansz. Antonius Eersten [man van Geertruida Jans Hendriks] is hun of hun partners oom. (bron: 701-3 Hof Utrecht 704-23 fol 25) ![]() - Op 23-01-1543 boedelscheiding van de erfgenamen van Anthonis Eerstensz en Gijsbertje Jans Hendriksz. Als erfgenamen van Antonis Eersten worden o.a. Geertuida [Willemsz Eerstensz] vrouw van Goijer Adriaansz lijndraaier. Er volgen een aantal verklaringen waaronder van Hendrik Willemsz [Eerstensz] en [de man van Geertuida Willemsz Eerstensz] en Goijer Adriaansz die verklaren de erfenis te hebben voldaan aan Engbert Gijsbertsz [man van Gouda Gerrits van Wijk] in 't Goy, Dirk Sweersz [man van Geertruida] te Schalkwijk, [Alida Jans Eerstensz man] Dirk [Klaasz] smid te Zoelmond, Akrijn Willemsz [Eerstensz] weduwe Maria en hun kinderen Antonius, Gijsbert, Maria, Jannetje, Cornelia, Anna en Magdalena. (bron: 701-3 Utrecht 704-29) ![]() - Op 16-03-1554 verwijzing naar uitspraak van 05-08-1552 waarin Goort Adriaansz lijndraier optrad voor Elisabeth Vossen weduwe van Marcel Gerritsz [Marcelsz] in een zaak tussen haar en Geertuida weduwe van Spijker Gerritsz uit Hagestein. Ook op 22-09-1552 heeft Elisabeth Vossen een bij het gerrecht geweest om te verklaren dat ze in 1544 met Marcel in gemeenschap van goederen was getrouwd te Utrecht. Verder genoemd de zus van wijlen Marcel Gerritsz [Marcelsz] Celij Gerrits Marcellisz en haar man Cornelis Albertsz en zijn broer Cornelis Gerritsz [Marcelisz]. (bron: 239-1 Hof Utrecht inv nr 188-3 fol 286) ![]() |
6. | v | Sophia (Sophia) Willems PAUW [29040]. Geb. ? te ? Ged. ? te ? Overl. ? te ? Begr. ? te ? - Op 20-02-1537 overdracht van de erfenis van Anthonis Eersten door Sophia Willemsz Eerstens weduwe van Jan de Ridder aan Peter van Dael brouwer te Utrecht. Antonius Eersten is haar oom. Dit volgens 701-3 Utrecht 704-23 (bron: ? (Utrechtse Parentelen voor 1650 deel 5)) - Op 23-01-1543 boedelscheiding van de erfgenamen van Anthonis Eerstensz en Gijsbertje Jans Hendriksz. Als erfgenamen van Antonis Eersten worden o.a. Sophia [Willemsz Eerstensz] Ridders [vrouw van Jan de Ridder] haar oom Peter van Dalen. (bron: 701-3 Utrecht 704-29) ![]() Otr. [8728] ? te ? Tr. ? te ? Tr. kerk ? te ? Echtgenoot is Jan (Jan) de RIDDER [29041]. Geb. ? te ? Ged. ? te ? Overl. ? te ? Begr. ? te ? Zn. van ? (?) de RIDDER [29042] en ? (?) ? [29043]. |
7. | m | Cornelis (Cornelis) Willemsz PAUW [29044]. Geb. ? te ? Ged. ? te ? Overl. ±1541 te ? (bron: ?), begr. ? te ? - In 1513 betaald hij 6 gulden huisgeld te Zwesereng. Dit volgens 58 Staten inv nr 372 (bron: ? (Utrechtse Parentelen voor 1650 deel 5)) - In 1525 betaald hij voor 1 1/2 huis te Zwesereng. Dit volgens 58 Staten inv nr 373 (bron: ? (Utrechtse Parentelen voor 1650 deel 5)) - tussen 1530 en 1541 vermeldingen in domregister (bron: OA Utrecht inv nr 633-14) 1530 ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() 1535 ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() 1540 ![]() ![]() - In 1536 gebruikt hij een hofstede met 50 morgen land in Zuilen. Dit volgens 58 Staten inv nr 373 (bron: ? (Utrechtse Parentelen voor 1650 deel 5)) - In 1536 wordt Anton Akrijnsz genoemd in register oudschildgeld 't Goy met met 4 morgen die hij gebruikt van Cornelis Willemsz (bron: ? (Utrechtse Parentelen voor 1600 deel 5)) - Op 10-07-1537 overdracht van de erfenis van Anthonis Eersten door zijn broer Jan Eerstensz aan o.a. de kinderen van broer Willem Eerstensz waaronder Cornelis Willemsz. Dit volgens 701-3 Utrecht 704-23 (bron: ? (Utrechtse Parentelen voor 1650 deel 5)) (bron: 701-3 Hof Utrecht 704-23 fol 113) ![]() - Op 03-08-1538 draagt Klaas Cornelisz man van Janna de helft van een viertel en 2 1/2 morgen in de Leechweijde over aan zijn zwager Cornelis Willemsz Eerstensz. de Jonge Gijsbert Frederiksz in t Veen bezit de andere helft ief van spreekt. Dit volgens 701 Utrecht 725 fol 22 (bron: ? (Utrechtse Parentelen voor 1650 deel 5)) - Op 29-11-1541 is Cornelis Willemsz overleden en vervalt zijn pacht van 4 morgen en 9 roeden in 't Goij op zijn Eernst Cornelisz. De moeder van Eernst genaamd Adriaan Cornelis Klaasz behoudt haar lijftocht. Eernst Willemsz wordt genoemd met naastgelegen land. (bron: 216 Dom Kapittel Utrecht inv nr 1222-11 + 1085-1 fol 87) ![]() ![]() Otr. [8732] ? te ? Tr. ? te ? Tr. kerk ? te ? Echtgenote is Adriana (Adriana) Cornelis [29060]. Geb. ? te ? Ged. ? te ? Overl. ? te ? Begr. ? te ? Dr. van Cornelis (Cornelis) Klaasz ? [29061] en Marie (Marie) ? [29062]. - Op 27-02-1527 draagt Maria weduwe van Cornelis Klaasz met hun dochters en schoonzoons Maria vrouw van Hendrik Loefsz, Adriana vrouw van Cornelis Willemsz, Lijsbet vrouw van Loef Jans en Janna vrouw van Henrik Jacobsz dragen op aan hun zoon en broer [Klaas Cornelisz] hun aandeel in de helft van een viertel en 2 1/2 morgen daar de transfixbrief van spreekt. Dit volgens 701 Utrecht 725 fol 3 (bron: ? (Utrechtse Parentelen voor 1650 deel 5)) - Op 23-01-1543 boedelscheiding van de erfgenamen van Anthonis Eerstensz en Gijsbertje Jans Hendriksz. Als erfgenamen van Antonis Eersten worden o.a. Cornelis Willemsz [Eerstensz] zijn weduwe Adriana [Cornelis Klaasz]. Er volgt een verklaring van Adriana, Cornelis Willemsz weduwe waarin zij verklaart de erfenis te hebben voldaan aan hun kinderen Eerst, Anthonis, Jan, Jasper, Willem, Cornelis, Marie, Adriaan, Geertruida, jonge Adriaan en [de man van haar zus Janna Willemsz vrouw van] Klaas Cornelisz uit de Weerde. (bron: 701-3 Utrecht 704-29) ![]() - Op 30-08-1553 draagt Adriana weduwe van Cornelis Willemsz te Zuilen 2 1/2 morgen te Hoge en Lageweijde over aan Klaas Hendriksz man van Geertje Dirksz. Dit volgens 701 Utrecht 725 fol 85 (bron: ? (Utrechtse Parentelen voor 1650 deel 5)) - Op 24-04-1557 wordt Gijsbert Quirijnsz vermeld met 3 1/2 mergen en 9 roede land die hij in pacht heeft van het domkappitel van Utrecht bij overdracht van Eernst Cornelisz. Zijn vrouw Marijke Cornelis van Spitshoven heeft lijftocht gekregen van Adriana Cornelis Klaasz. Eernst Willemsz wordt genoemd met naast gelegen land (bron: 216 Utrecht inv nr 1222-17) ![]() - Op 04-06-1560 koopt Adriana weduwe van Cornelisz Willemsz een molen in 't Goij van Geertuida Klaas Willemsz weduwe van Anthonis Gerritsz [van Rijn] nu getrouwd met Steven Henriksz. Dit volgens 38 leenhof Utrecht inv nr 234b (bron: ? (Utrechtse Parentelen voor 1650 deel 5)). |
8. | v | Gouda (Gouda) Willems PAUW [29152]. Geb. ? te ? Ged. ? te ? Overl. ? te ? Begr. ? te ? - Op 10-07-1537 overdracht van de erfenis van Anthonis Eersten door zijn broer Jan Eerstensz aan o.a. de kinderen van broer Willem Eerstensz waaronder Gouda Willems. (bron: 701-3 Hof Utrecht 704-23 fol 113) ![]() |
Eerste blad Vorig blad | Blad 578 van 628 bladen. | Schema ![]() |